Na de robuustheid van de begroting zelf vormen de buffers voor risico’s de tweede vorm van zekerheid.
Het centrale uitgangspunt van het gemeentelijk beleid voor risico's is dat de gemeente voldoende buffers heeft om risico's die financiële impact kunnen hebben als die zich voordoen op te kunnen vangen. Het doel is daarbij om niet iedere tegenvaller direct van invloed te laten zijn op het lopende beleid, waardoor de reguliere dienstverlening niet meteen in het gedrang komt. Dat we als gemeente risico's moeten inventariseren en een buffer moeten aanhouden is vastgelegd in art. 11 van de begrotingsvoorschriften van het Rijk (BBV).
Het onderstaande plaatje laat zien wat we daarbij feitelijk aan het doen zijn. De omvang van de buffers moeten voldoende groot zijn om het risicoprofiel te kunnen dekken.
De benodigde weerstandscapaciteit wordt twee keer per jaar bepaald door de omvang en impact van de risico’s te bepalen. Het gemeentelijk risicoprofiel voor de Begroting 2021 is opnieuw geïnventariseerd, waarbij ook de risico's van corona zijn betrokken. Tijdens de corona crisis monitoren we de risico's vaker en houden zo de vinger aan de pols.
Onder de beschikbare weerstandscapaciteit wordt verstaan de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om risico’s te kunnen dekken. De hoogte van de beschikbare weerstandscapaciteit wordt bepaald door de reserves van de gemeente, de algemene reserve en de bestemmingsreserves grondexploitatie.
De weerstandsfactor is de verhouding tussen het beschikbare weerstandsvermogen en de benodigde weerstandscapaciteit. In de verordening Financieel beleid en beheer is hierover het volgende vastgelegd:
'Voor een robuuste financiële positie mag de weerstandsfactor niet lager zijn dan 1. Indien de weerstandsfactor lager is dan 1 is aanzuivering van de algemene reserve vereist. Indien de factor hoger is dan 1,4 dan kunnen reserves worden aangewend voor (nieuw) beleid.'
In Arnhem is de oorsprong voor het beleid op dit punt de nota 'Weerstandsvermogen en risicomanagement 2006'. Wijzigingen in het beleid sinds 2006 zijn steeds in dit deel van de begroting/jaarrekening opgenomen. Beleidswijzigingen zijn ook steeds verwerkt in de verordening door middel van besluitvorming van de gemeenteraad.
Beleidsnota Risicomanagement en weerstandsvermogen
In 2019 en 2020 is een aantal keren met de auditcommissie gesproken over het thema risicomanagement en weerstandsvermogen. Inmiddels is het concept van een nieuwe nota Risicomanagement en weerstandsvermogen in de eerste helft van 2020 met de auditcommissie besproken. Naar aanleiding daarvan heeft het college van B&W een raadsvoorstel met daarbij de nieuwe nota ter behandeling aan de raad voorgelegd. In de nota wordt het weerstandsvermogen gepresenteerd in de samenhang van de financiële robuustheid van de financiële positie van de gemeente als geheel samen met de robuustheid van de begroting en de robuustheid van de balans. Voor wat betreft de spelregels voor de berekening van het weerstandsvermogen sluiten deze aan bij de spelregels, zoals al vastgelegd in de Verordening Financieel Beleid en Beheer. Voor meer informatie over de werking risicomanagement, spelregels weerstandsvermogen e.d. verwijzen wij naar deze nota.
Bij de voorbereiding van de nota Risicomanagement, onder andere tijdens een onderzoek waar ook raadsleden bij betrokken waren, is onderkend dat niet alle risico's voorspeld kunnen worden. Tegenvallers kunnen een veel grotere en niet te voorspellen impact hebben op de financiële positie dan in het risicoprofiel voorzien. Dit worden ook wel de zogenaamde 'zwarte zwanen' genoemd. Om de 'zwarte zwanen' het hoofd te kunnen bieden wordt de solvabiliteit van de gemeente Arnhem versterkt. Hiervoor zijn afspraken gemaakt over de vorming en voeding van de bestemmingsreserve solvabiliteit die zijn verwerkt in de verordening.