Hoofdlijnen

Ontwikkelingen in het financieel kader

In onderstaande tabel is samengevat weergegeven hoe de Begroting 2021 zich ontwikkelt ten opzichte van de vorige begroting. Verder in dit hoofdstuk volgt de toelichting op de wijzigingen die zich hebben voorgedaan.

 

Financieel beeld 2021-2024

2021

2022

2023

2024

Bedragen x € 1.000

Uitgangspositie Begroting 2020

0

0

0

0

Gemeentefonds en overige Rijksontwikkelingen

17.368

19.716

16.674

17.454

Beleidsontwikkelingen

Meedoen in een socialer Arnhem

-5.997

-4.413

-3.923

-1.049

Wonen in een duurzamer Arnhem

-1.060

-1.060

-750

0

Genieten van een nog mooier Arnhem

-264

-149

-835

-564

Open en verantwoord besturen

7.701

1.354

2.548

2.293

Impact corona

-2.145

-100

0

0

Herstelagenda

-6.035

-5.445

-3.845

-3.495

Jaarlijkse bijstellingen

-11.454

-12.354

-13.206

-12.771

Toevoeging (-) of onttrekking (+) aan de Algemene Reserve

1.887

2.450

3.337

-1.868

Totaal Financieel beeld

0

0

0

0

Na verwerking van de hierboven gepresenteerde wijzigingen voegen we vanaf 2024 jaarlijks structureel € 1,9 miljoen toe aan de algemene reserve. In de onderstaande tabel zijn de totale toevoegingen en onttrekkingen aan de algemene reserve na verwerking van het meerjarenbeeld opgenomen (negatieve mutatie betreft per saldo een onttrekking aan de algemene reserve en een positieve mutatie per saldo een toevoeging). Hierin zitten dus ook de toevoegingen en onttrekkingen die in eerdere begrotingen zijn vastgesteld.

Mutatie Algemene Reserve

2021

2022

2023

2024

Bedragen x € 1.000

Onttrekking

11.968

11.231

11.545

8.776

Toevoeging

9.807

10.043

10.975

13.817

Mutatie

-2.162

-1.188

-570

5.041

In de paragraaf Risicomanagement en weerstandsvermogen is te lezen dat de weerstandsfactor ondanks de coronacrisis niet onder de 1,0 zakt. De crisis heeft, zeker op de middellange termijn, wel een aanzienlijke invloed op de weerstandsfactor. De weerbaarheid van de Arnhemse begroting blijft dus op peil. De groei van de bestemmingsreserve solvabiliteit zorgt daarnaast voor een robuustere financiële positie.

Naast een reëel sluitende begroting, moet de begroting ook structureel sluitend zijn. Dit is het geval wanneer de structurele lasten, dus de lasten die langjarig doorlopen, voor 2021 volledig worden gedekt door structurele baten of aannemelijk is gemaakt dat dit structurele evenwicht in latere jaren (uiterlijk 2024) bereikt wordt.
In 2021 en 2022 is er sprake van een structureel tekort in deze begroting. vanaf 2023 ontstaat er structurele begrotingsruimte in de begroting die in 2024 oploopt tot 2%. Daarmee is er dus een structureel evenwicht. De begroting 2021 is reëel in evenwicht, omdat de opgenomen bedragen voor de komende jaren volledig, realistisch en haalbaar zijn. De in de begroting opgenomen maatregelen zijn aannemelijk hard of voorzien van dekking uit een bestemmingsreserve.

Deze pagina is gebouwd op 11/17/2020 14:20:45 met de export van 11/17/2020 14:07:54