Stedelijke programma's

Bestuur, dienstverlening en financiën

Lasten
De lasten voor 2021 zijn totaal begroot op € 85,6 miljoen. Dit is opgebouwd uit:

  • € 39,1 miljoen voor kosten ICT en facilitaire zaken;
  • € 26,8 miljoen voor kosten personeel en organisatie;
  • € 6,0 miljoen voor kosten burgerzaken en publieke dienstverlening;
  • € 4,6 miljoen voor kosten voor het heffen van belastingen en heffingen;
  • € 4,4 miljoen voor kosten raad, griffie, rekenkamer, verkiezingen en college van burgemeester en wethouders;
  • € 1,0 miljoen uitbreiding plancapaciteit voor anticyclische investeringen in het kader van de herstelagenda;
  • € 1,0 miljoen voor een opgenomen stelpost kapitaallasten MIP;
  • € 0,9 miljoen voor onvoorzien en strikt onvermijdbaar;
  • € 1,8 miljoen overige kosten.

De lasten stijgen ten opzichte van 2020 met € 2,3 miljoen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een stijging van de kosten voor personeel en organisatie met € 1,0 miljoen als gevolg van de cao loonstijging en de uitgaven voor burgerzaken en publieke dienstverlening die met € 0,8 miljoen stijgen. De taakstelling op de personeelslasten van € 0,4 miljoen voor het dekken van de investering in handhaving en veiligheid, zoals opgenomen in amendement 20A66 Wel handhaven, maar taakstelling op inhuur, is in dit programma opgenomen. Ook is € 0,1 miljoen aan het budget toegevoegd voor de uitvoering van motie 20M01 Gelijke stagevergoedingen om de stagevergoedingen van MBO-, HBO-, en WO-studenten gelijk te trekken.

Baten
De baten voor 2021 zijn totaal begroot op € 482,7 miljoen. Dit is opgebouwd uit:

  • € 415,3 miljoen gemeentefonds;
  • € 56,8 miljoen OZB belastingen;
  • € 2,1 miljoen ontvangsten burgerzaken en publieke dienstverlening;
  • € 8,5 miljoen overige inkomsten (onder andere verzekeringen, beleggingen, geldleningen, ICT en facilitaire zaken).

Op totaalniveau verschilt het saldo van de baten nauwelijks ten opzichte van 2020. Er zijn minder inkomsten begroot voor het gemeentefonds (€ 0,8 miljoen), maar meer inkomsten begroot voor OZB eigenaar-woningen (€ 0,5 miljoen) en huisvesting en facilitaire zaken (€ 0,3 miljoen).

Toevoegingen aan reserves
De toevoegingen aan reserves voor 2021 zijn totaal begroot op € 13,5 miljoen. De grootste toevoegingen zijn:

  • € 9,6 miljoen algemene reserve;
  • € 2,8 miljoen bestemmingsreserve kapitaallasten;
  • € 0,8 miljoen bestemmingsreserve bedrijfsvoering.

Onttrekkingen aan reserves
De onttrekkingen aan reserves voor 2021 zijn totaal begroot op € 20,8 miljoen. De belangrijkste onderdelen hierbinnen zijn:

  • € 11,0 miljoen algemene reserve;
  • € 7,4 miljoen aan onttrekkingen in het kader van het onderzoek naar de bestemmingsreserves zoals ook toegelicht in de raadsbrief van 11 augustus 2020.
Deze pagina is gebouwd op 11/17/2020 14:20:45 met de export van 11/17/2020 14:07:54