Onderstaand schema geeft inzicht in de benodigde geldmiddelen voor de langlopende financiering en de manier waarop deze beschikbaar komen (de funding).
Het totaalvolume van de benodigde financieringen bedraagt € 907 miljoen. Vanuit de beschikbare aanwezige middelen (reserves en voorzieningen en obligo's en waarborgsommen) en de leningenportefeuille voor de vaste financiering is een bedrag van € 902,8 miljoen beschikbaar. Dit betekent dat per ultimo 2021 voor een bedrag van € 4,2 miljoen een beroep moet worden gedaan op kortlopende leningen op de geldmarkt.
De financieringsfunctie is ruimschoots in staat om voldoende middelen aan te trekken en beschikbaar te stellen voor dekking van de reeds gepleegde investeringen, de kosten in de grondexploitatie en voor de in 2021 begrote investeringen.
Benodigd voor | Bedrag | Financiering middels | Bedrag | |
---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1.000 | ||||
Activa gemeente Arnhem en grondexploitatie | 826.524 | Reserves en voorzieningen | 136.546 | |
Uitgezette gelden aan gelieerde instellingen en woningcorporaties (kapitaalverstrekking en leningen u/g) | 45.089 | Opgenomen gelden in de kapitaalmarkt (leningen o/g) | 763.479 | |
Obligo's en waarborgsommen | 2.831 | |||
Overige uitgezette middelen (o.a. nog te ontvangen erfpacht en bijdragen aan activa van derden) | 35.395 | Rekening courant BNG en kasgeldleningen | 4.152 | |
Totaal langlopend te financieren | 907.008 | Totaal financiering | 907.008 |
Leningenportefeuille 2021
Onderstaand schema geeft inzicht in de samenstelling van de volumes in het jaar 2021 van de huidige leningenportefeuille van de financieringsfunctie. Het betreft leningen opgenomen gelden (O/G) en leningen uitgezette gelden (U/G).
Leningen portefeuille | Stand | Stand | |||
---|---|---|---|---|---|
01.01.2021 | Opname | Aflossing | 31.12.2021 | ||
Bedragen x € 1.000 | |||||
Leningen O/G | |||||
Leningen portefeuille | 670.421 | 106.567 | -48.892 | 728.096 | |
Nog aan te trekken financiering in 2020 | 35.375 | 35.375 | |||
Leningen t.b.v. woningcorporaties | 9 | -1 | 8 | ||
Totaal leningen O/G | 705.805 | 106.567 | -48.893 | 763.479 | |
Leningen U/G | |||||
Vaste leningen uitstaand | 46.522 | -6.183 | 40.339 | ||
Woningcorporaties | 9 | -1 | 8 | ||
Totaal leningen U/G | 46.531 | 0 | -6.184 | 40.347 |
Rentevisie
In recente jaren is als gevolg van de lage rentestand de gemiddeld te betalen rente voor de gemeente gestaag gedaald. Als gevolg van gewijzigde wetgeving in het BBV moet de omslagrente binnen marges de gemiddelde marktrente volgen en is de gemeente niet meer vrij in het bepalen van deze intern in rekening te brengen rente. Een omslagrente van 4%, zoals de gemeente hanteerde voor het jaar 2018, is niet meer toegestaan. Deze bedroeg in 2020 2% en daalt in 2021 naar 1,7%.
Om meerjarig gebruik te blijven maken van de lage marktrente kiest de gemeente ervoor om nu en in de komende jaren leningen met lange looptijden aan te trekken waarvan de rente nog steeds laag is (momenteel onder de 1%). Wanneer de rente ook na 2021 zo laag blijft is het bijna een zekerheid dat de omslagrente in 2022 verder verlaagd moeten worden om te voldoen aan de eisen uit het BBV.
De gemeente heeft al een aantal jaren leningen aangetrokken met lange looptijden van 20 à 30 jaar. Hiermee is ruimte gecreëerd om in toekomstige jaren - wanneer de rente voor nieuwe leningen mogelijk weer op een hoger niveau terecht zal komen - met behulp van nieuwe leningen met kortere looptijden toch een lage gemiddelde rente te realiseren binnen de wettelijke mogelijkheden.
Als gevolg van de renterisiconorm (zie hieronder) mag de gemeente geen leningenportefeuille hebben met een gemiddelde looptijd van leningen van korter dan ongeveer vijf jaar. De gemeente zou dan in een jaar meer leningen moeten herfinancieren dan is toegestaan.
Mandaat (voor nieuw aan te trekken financieringsmiddelen)
Met het vaststellen van deze MJPB 2021 – 2024 inclusief de paragraaf financiering mandateert de gemeenteraad het college om voor de financieringsbehoefte per onderscheiden categorie in 2021 leningen aan te gaan tot de volgende maximumtotalen:
Maximaal toegestane leningen 2021 | Maximaal |
---|---|
Bedragen x € 1.000 | |
Eigen gemeentelijke financieringsbehoefte | 250.000 |
Financieringsbehoefte sociale woningbouw | 100.000 |
Financieringsbehoefte aan gemeente gelieerde instellingen | 50.000 |
Kasgeldlimiet
De Wet FIDO geeft concrete richtlijnen voor gemeenten voor het beheersen van het renterisico in verband met de korte termijn financiering. De kasgeldlimiet is een wettelijk maximum (plafond) voor het volume geldleningen in de vorm van zogenaamde call- en kasgeldtransacties.
De bovengrens is bij ministeriële regeling voor het jaar 2021 vastgesteld op 8,5 % van het lastentotaal van de gemeentelijke begroting. De begroting van de gemeente Arnhem voor het jaar 2021 heeft een omvang van € 733,3 miljoen en daarmee komt de kasgeldlimiet uit op € 62,3 miljoen.
Het Rijk geeft gemeenten veel ruimte om maximaal gebruik te maken van (goedkope) financiering met kasgeld. Hoewel het gemeenten formeel niet is toegestaan de kasgeldlimiet te overschrijden (Wet FIDO, art. 4, lid 1), hoeven deze pas aan de toezichthouder te rapporteren wanneer de kasgeldlimiet drie kwartalen op rij wordt overschreden (art. 4, lid 2). Hiermee wordt gedoogd de kasgeldlimiet twee kwartalen op rij te overschrijden.
De gemeente Arnhem stuurt er desondanks op onder de kasgeldlimiet te blijven en deze niet te overschrijden.